Een klassiek Spaanse saus, lekker bij vlees, vis en groenten. Een allemansvriend dus, zeker de moeite waard om wat extra te maken..
Bijgerecht – 4 personen – 40 minuten
Ingrediënten
| 2 rode paprika’s | olijfolie |
| 3 tomaten | Rode wijn- of sherryazijn |
| ½ – 1 Spaanse peper | |
| 2 tenen knoflook | Witte wijn |
| 40 g hazelnoten | citroen |
| 40 g amandelen | (Gemalen chilipeper) |
| 2 sneetjes wit stokbrood | pimentón (gerookt paprikapoeder) |
Benodigdheden
| snijplank met groentemes | hoge mengbeker |
| ovenbakplaat met bakpapier | staafmixer |
| koekenpan |
Bereidingswijze voor romanescosaus
- Verwarm de oven op 180 ° Was en halveer de paprika’s. Verwijder de zaadlijsten. Was en halveer de Spaanse peper. Verwijder de zaadlijsten en snijd in reepjes. Was en halveer de tomaten. Wrijf de paprika, peper en tomaten in met olijfolie en leg met de snijvakken naar beneden op de bakplaat. Leg de ongepelde tenen knoflook ertussen. Rooster de groenten 30 min. in de oven.
- Verwarm een droge koekenpan en rooster de noten tot ze licht kleuren en geuren. Doe de noten over in een hoge mengbeker. Bestrijk het brood met olijfolie en bak in de koekenpan aan beide kanten heel lichtbruin. Verkruimel bij de noten in de mengbeker.
- Haal de bakplaat uit de oven. Laat even afkoelen. Verwijder het vel van de paprika en tomaat. Doe het vruchtvlees en losgelaten vocht bij de noten en brood in de mengbeker. Knijp de knoflook uit z’n velletje. Pureer tot een grove saus.
- Maak de saus op smaak met de azijn, witte wijn en/of citroensap, pimentón, (gemalen chilipeper) en zout.
Deze saus smaakt overal lekker bij maar zeker bij gegrilde kip. Bijvoorbeeld de gegrilde kipfilet met minitrostomaatjes!